Paragrafen

Paragraaf Financiering

Inleiding
De financieringsfunctie dient uitsluitend de publieke taak. Het beleid valt binnen de kaders van de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido). Centraal in deze wet staan transparantie en risicobeheersing. Om inzicht te geven in de manier waarop de gemeente dit doet en een beeld te geven van de stand van zaken, gaan we in deze paragraaf in op de ontwikkelingen rond de gemeentelijke financiering, het te voeren beleid op dit gebied en de risico’s die we daarbij lopen.  

Algemeen
De raad heeft in oktober 2014 de nota ‘Financiering’ vastgesteld. Deze nota vormt het kader voor beleid en uitvoering van de treasuryfunctie. Afhankelijk van de hoogte en de verwachte duur van een liquiditeitstekort of -overschot, wordt vermogen tijdelijk of langdurig aangetrokken of uitgezet. Het uitgangspunt bij het aantrekken van vermogen is dat de kasgeldlimiet optimaal wordt benut en zoveel mogelijk kort vermogen wordt aangetrokken. Benadrukt wordt dat de treasuryfunctie uitsluitend de publieke taak dient en dat een prudent beleid wordt gevoerd dat past binnen de kaders van de Wet fido.

Welke ontwikkelingen spelen er?

Rente ontwikkelingen/rentevisie

De Europese Centrale Bank (ECB) heeft in maart 2016 de herfinancieringsrente verlaagd naar 0,00 procent. Momenteel (augustus 2021) bedraagt de geldmarktrente voor aan te trekken driemaands kasgeldleningen -0,15 procent (te ontvangen). Het tarief voor negatieve saldi op de rekening-courant (rood staan) is 2,45 procent (te betalen). De vergoedingen bij het schatkistbankieren staan op 0,00 procent.

De kapitaalmarktrente voor aan te trekken leningen voor looptijden van vijf en tien jaar zonder renteherziening bedraagt momenteel respectievelijk -0,14 procent en 0,05 procent. De verwachting is dat deze rentetarieven voorlopig ongeveer op dit niveau blijven of iets dalen. Substantiële rentestijgingen liggen niet in de lijn der verwachting, vooral omdat de inflatieverwachting nog achterblijft bij de ECB-doelstellingen.

Gemeentelijke ontwikkelingen
In 2020 heeft Lisse een langlopende lening ter grootte van € 12.000.000 aangetrokken. Gelet op de schuldpositie en het solvabiliteitspercentage is het raadzaam om de investeringsuitgaven te temporiseren.

Liquiditeitsprognoses
Wekelijks stellen we liquiditeitsprognoses voor de korte termijn op om tijdig in te spelen op schommelingen in de liquiditeit. Jaarlijks stellen we één à twee liquiditeitsprognoses op met een horizon van vier jaar.

Garantiestelling leningen en verstrekken van leningen
Op 1 juli 2021 is de beleidsregel ‘Leningen en garanties’ in werking getreden. Deze beleidsregel voorziet in een uniform proces en objectief beoordelingskader voor nieuwe leningen en garanties. Beleid is leningen of garanties uit hoofde van de publieke taak alleen te verstrekken aan partijen die de gemeenteraad heeft goedgekeurd. Daarbij winnen we vooraf informatie in over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij. Is er een andere voorziening beschikbaar? Dan verstrekt de gemeente uitsluitend een aanvullende lening of garantie. Voor garantstelling gelden de voorwaarden uit de nota ‘Financiering’.

Risicobeheer
Het risicobeheer is gericht op het beperken van financiële risico’s. In het financieringsstatuut zijn richtlijnen en limieten opgenomen, die de basis vormen voor alle transacties op dit gebied. Ons beleid is voornamelijk gebruik te maken van veilige en inzichtelijke financiële instrumenten.

De Wet fido geeft normen voor het beperken van risico’s. De belangrijkste risicocategorie is het renterisico. Daarbij zijn de kasgeldlimiet en de renterisiconorm belangrijke richtlijnen ter beperking van renterisico’s. De kasgeldlimiet heeft betrekking op leningen met een rentetypische looptijd tot één jaar. Het totaal van deze leningen mag niet meer bedragen dan 8,5 procent van de totale lasten op de begroting.

De renterisiconorm heeft betrekking op leningen met een rentetypische looptijd vanaf één jaar. De verplichte aflossingen en renteherzieningen op deze leningen mogen niet meer bedragen dan 20 procent van de totale lasten op de begroting. Het doel van deze normen is om het risico te beperken dat bij herfinanciering van de leningen een rentestijging leidt tot financiële problemen.

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet is het wettelijke maximum aan leningen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar. De kasgeldlimiet staat toe om in 2022 de financieringsbehoefte tot een bedrag van € 4,9 miljoen te dekken met kortlopende leningen. Zodra wij deze limiet voor een langere periode (meer dan een half jaar) dreigen te overschrijden, trekken wij een langlopende lening aan of vragen wij (onderbouwd) toestemming aan de provincie om gedurende een bepaalde periode de limiet te mogen overschrijden.

Gelet op de te verwachten relatief lage rente voor kort krediet, maken we zoveel mogelijk gebruik van de toegestane norm, tenzij we sterke rentestijgingen verwachten op de kapitaalmarkt.

Kasgeldlimiet    (bedragen x € 1.000)                                                            

2022

2023

2024

2025

Begrotingstotaal lasten

57.912

58.222

58.374

57.781

Maximaal toegestane kasgeldlimiet (8,5% van begrotingstotaal lasten)

4.923

4.949

4.962

4.911

Gemiddeld saldo vlottende korte schuld en vlottende middelen

954

721

-401

-661

Ruimte onder kasgeldlimiet

3.969

4.228

5.362

5.572

  
Renterisiconorm
De renterisiconorm bedraagt voor 2022 € 11,5 miljoen.
De verwachting is dat we voor de komende jaren onder de renterisiconorm blijven.

Renterisiconorm (bedragen x € 1.000)

2022

2023

2024

2025

1

Renteherziening op langlopende schuld o/g

0

0

0

0

2

Te betalen aflossingen

3.766

4.083

4.183

4.383

3

Renterisico (1 en 2)

3.766

4.083

4.183

4.383

4

Renterisiconorm

11.496

11.464

11.427

11.347

5a

Ruimte onder risiconorm

7.730

7.381

7.244

6.964

5b

Overschrijding risiconorm

4a

Begrotingstotaal lasten

57.480

57.320

57.137

56.735

4

Renterisiconorm 20% van begrotingstotaal

11.496

11.464

11.427

11.347

Financieringsbehoefte
Per 1 januari 2022 houden we boekhoudkundig rekening met een financieringsbehoefte van € 2,1 miljoen. (2021: € 13 miljoen). Dit is een uitkomst van de geprognosticeerde balans. Er is een meer gedetailleerde liquiditeitsprognose voor de lange termijn gemaakt op basis van verwachte inkomsten en uitgaven gedurende 2022 tot en met 2025.

Financieringsbehoefte (x € 1.000 euro)

1-1-2022

1-1-2023

1-1-2024

1-1-2025

1 Reserves en voorzieningen

23.739

21.773

19.567

18.434

2 Langlopende leningen

86.889

90.806

89.623

91.239

3 Totaal vaste financieringsmiddelen

110.628

112.579

109.190

109.673

4 Boekwaarde investeringen, incl. voorraden grond

112.801

113.697

110.089

108.867

Financieringstekort/overschot (3 – 4)

-2.173

-1.118

-899

806

Verstrekte leningen
Ons beleid is leningen en garanties alleen te verstrekken aan partijen die de gemeenteraad heeft goedgekeurd uit hoofde van de publieke taak. Wij gaan hier terughoudend mee om, waarbij garantieverlening de voorkeur heeft.

Bedragen x € 1.000

Verstrekte leningen

Begin

Eind

2022

Aflossing

2022

Duimelijntje

11

5

6

Stichting Jenaplanscholen

6

1

5

FC Lisse

135

15

120

Stg. Expl. Gebouw 't Speelkwartier

233

233

Stichting Volkshuisvesting Nederland (SVn)

3099

3099

Deelnemingen

1322

1322

Hypotheken gemeentepersoneel

2791

600

2191

Totaal

7597

621

6976

Rentemethodiek
In het vernieuwde BBV is opgenomen dat de paragraaf financiering van de begroting en jaarrekening naast de beleidsvoornemens en het gerealiseerde beleid ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille ook verplicht inzicht moet geven in:

- de rentelasten uit externe financiering;
- het renteresultaat;
- de wijze van rentetoerekening.

Met onderstaand overzicht en bijbehorende toelichting geven we invulling aan deze verplichting.

Renteomslag

1-1-2022

1-1-2023

1-1-2024

1-1-2025

Restant korte financiering

4.500.000

4.500.000

4.500.000

4.500.000

Restant lange financiering

86.889.000

90.806.000

89.623.000

91.239.000

Totaal externe financiering

91.389.000

95.306.000

94.123.000

95.739.000

Gewogen gemiddeld rentepercentage externe financiering

2,0%

2,0%

2,0%

1,5%

tbv rente eigen vermogen (nvt)

a1. De externe rentelasten over de korte financiering

+

0

0

0

0

a2. De externe rentelasten over de lange financiering

+

1.806.530

1.736.761

1.692.750

1.522.528

b.   De externe rentebaten

-/-

92.027

84.695

84.695

84.695

     Totaal door te rekenen externe rente 

1.714.503

1.652.066

1.608.055

1.437.833

c1. De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend

-/-

0

0

0

0

c2. De rentelasten van projectfinanciering

-/-

0

0

0

0

c3. De rentebaten van doorverstrekte leningen (projectfinanciering)

+

0

0

0

0

     Saldo door te rekenen externe rente

1.714.503

1.652.066

1.608.055

1.437.833

d1. Rente over eigen vermogen

+

0

0

0

0

d2. Rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde)

+

0

0

0

0

     De aan taakvelden toe te rekenen rente

1.714.503

1.652.066

1.608.055

1.437.833

e.  De werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag)

-/-

2.070.075

2.113.740

2.122.652

2.078.488

f.   Renteresultaat op het taakveld treasury

-355.572

-461.674

-514.597

-640.655

Boekwaarde activa tbv renteomslag, excl. verstrekte leningen

107.147.000

108.564.000

105.374.000

104.469.000

Omslagrenteberekening

1,60%

1,52%

1,53%

1,38%

Na afronding

2,00%

2,00%

2,00%

1,00%

EMU-saldo en de Wet HOF
De Wet Houdbare Overheidsfinanciën (HOF) bevat een richtlijn over de tekortnorm voor de decentrale overheden. Dit houdt in dat aan de kasstroom van de lagere overheden gezamenlijk (het EMU-saldo, waarbij EMU staat voor Economische en Monetaire Unie) een maximum is gesteld. Dit is voor iedere gemeente vertaald in een zogenoemde referentiewaarde (fictief aandeel). Voor Lisse bedraagt deze waarde ± € 1,9 miljoen. Aan eventuele overschrijdingen zijn nog geen sancties verbonden.

Overzicht EMU-saldo
Sinds 2006 zijn gemeenten verplicht een raming van de eigen bijdrage aan het EMU-saldo op te nemen. Aanleiding hiervoor was de overschrijding van de norm van het EMU-tekort van 3 procent waarmee Nederland in het verleden werd geconfronteerd. Om de cijfers tussen verschillende landen goed te vergelijken, zijn in de Europese Unie afspraken gemaakt over de wijze van berekening van het EMU-saldo.

Het EMU-saldo wordt berekend op kasbasis, dus de feitelijke geldstromen die in een jaar plaatsvinden. Een negatief EMU-saldo wil niet zeggen dat de gemeente onmiddellijk een probleem heeft, omdat de gemeente werkt met het baten- en lastenstelsel. Zie het overzicht ‘Financiële positie’ in deze begroting.

Geprognosticeerde balans
Met het oog op een betere raming en beheersing van het EMU-saldo schrijft het nieuwe BBV een geprognosticeerde balans voor. Met het opnemen van een geprognosticeerde balans krijgt de raad meer inzicht in de ontwikkeling van onder meer investeringen, het aanwenden van reserves en voorzieningen en in de financieringsbehoefte. Dit zorgt ervoor dat er in de beleidsvoorbereiding, de sturing en beheersing meer aandacht is voor het EMU-saldo. Zie het overzicht ‘Financiële positie’ in deze begroting.

Deze pagina is gebouwd op 02/18/2022 16:35:57 met de export van 12/23/2021 11:58:18