Financieel beeld 2022-2025
Inleiding
De gemeentelijke financiën blijven, mede door de decentralisaties van taken waar niet altijd de passende budgetten bijgeleverd worden, onder druk staan. En de aanhoudende onzekere ontwikkelingen van de uitkering uit het Gemeentefonds vormen een onrustige basis voor een stabiele financiële basis. Ook de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft landelijk aandacht gevraagd voor de financiële positie van gemeenten onder het motto ‘Geen knaken, geen extra taken’. De komende jaren komen er meerdere ontwikkelingen op ons al gemeente af. Denk hierbij onder andere aan de herijking gemeentefonds, de toereikendheid van de middelen voor jeugdzorg, abonnementstarief Wmo, het mogelijk terugdraaien van de opschalingskorting, de bekostiging van maatregelen rondom klimaatadaptatie en duurzaamheid en de kosten voor de invoering van de Omgevingswet.
Om, ondanks alle ontwikkelingen waar Lisse geen direct invloed op kan uitoefenen, meer grip en regie te krijgen op het meerjarig financieel beeld is na de Programmabegroting 2021-2024 gestart met toekomstbestendig begroten. Tegelijk met deze begroting voor 2022 ligt het eerste concept van toekomstige begrotingsregels voor. Deze begrotingsregels moeten Lisse gaan helpen om ook in de toekomst tot structureel sluitende begrotingen te komen en om onze financiële positie te verbeteren. De begrotingsregels worden in december 2021 vastgesteld in de raad, zodat deze bij de Kadernota 2023-2026 kunnen worden toegepast.
In september 2021 heeft het college u geïnformeerd over de geconstateerde aansluitverschillen tussen de begroting van Lisse en de goedgekeurde begroting van een aantal gemeenschappelijke regelingen in het sociaal domein. Daarnaast werd geconstateerd dat Holland Rijnland TWO een fors hogere begroting voor 2022 had ingediend, waardoor het meerjarenperspectief met € 1,2 miljoen structureel verslechterde. Dit was aanleiding om aan de raad te verzoeken om de behandeling van de begroting en de 2e tussentijdse rapportage met een week op te schuiven, zodat het college de ruimte had om te zoeken naar oplossingsrichtingen en de mogelijkheid had om de septembercirculaire te verwerken in de begroting. Uiteindelijk kwamen de definitieve cijfers van de Septembercirculaire 2021 te laat om alsnog verwerkt te worden in de begroting en was dat ook niet nodig, omdat het college voldoende oplossingsrichtingen gevonden had om de begroting (structureel) sluitend te maken voor 2022. Uit de actualisatie van de begroting op dat moment bleek een positief saldo van € 215.000. Dit betekende dat er nog € 1 miljoen aan oplossingsrichtingen gevonden moesten worden om in 2022 een (structureel) sluitende begroting te presenteren.
In de raadsbrief is toegezegd dat het college met financiële oplossingsrichtingen zouden komen en tevens zou terugkomen met een nadere analyse op de nog niet verklaarde verschillen. De financiële oplossingsrichtingen zijn opgenomen onder punt 5 in tabel 1 "Van Kadernota naar Programmabegroting". Gezien het toezicht van het provincie, op het (structureel) sluitend maken van de begroting had dit prioriteit. Zoals toegezegd in de commissie van 5 oktober 2021 gaan we met de auditcommissie verder in gesprek over de oorzaken en beheersmaatregelen rondom de aansluitingsverschillen
Van Kadernota naar Programmabegroting
De Programmabegroting 2022-2025 is stap voor stap tot stand gekomen. In dit hoofdstuk beschrijven we dit proces en de genomen stappen aan de hand van onderstaande tabel. |
---|
De Kadernota 2022-2025 is vastgesteld op 1 juli 2021. De Kadernota 2022-2025 vormt het uitgangspunt voor deze begroting. De autonome ontwikkelingen, zoals de begrotingsuitgangspunten en tussentijdse wijzigingen uit separate raadsbesluiten, zijn verwerkt. Het saldo van de Kadernota 2022-2025 is € 976.000 negatief, aflopend naar € 290.000 negatief.
x € 1.000 | ||||
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
Saldo Kadernota 2022-2025 | -976 | -474 | -623 | -290 |
Ontwikkelingen na de kadernota: | ||||
1. Meicirculaire 2021 | ||||
Actualisatie meicirculaire conform memo aan raad | 705 | 92 | -56 | -143 |
Uitgaven taakmutaties conform memo aan raad | -269 | -273 | -278 | -288 |
Subtotaal | 436 | -181 | -334 | -431 |
2. Extra rijksmiddelen Jeugd | ||||
Extra rijksmiddelen Jeugd 2022 | 1.297 | |||
75% Extra rijkmiddelen Jeugd 2023 en verder | 785 | 719 | 640 | |
Subtotaal | 1.297 | 785 | 719 | 640 |
3. Nieuwe voorstellen | ||||
Omgevingswet - incidentele gelden | -40 | |||
Inzet van een POH-jeugd GGZ | -60 | |||
Economische agenda Duin- en Bollenstreek | -100 | PM | PM | PM |
Omgevingsvisie | -80 | |||
Subtotaal | -280 | - | - | - |
4. Actualisatie begroting | ||||
Actualisatie kapitaallasten | -254 | -225 | -335 | -500 |
Memo sociaal domein - mutaties GR-en | ||||
- Begroting 2022 Holland Rijnland TWO | -1.063 | -878 | -747 | -610 |
- Begroting 2022 ISD | -62 | -62 | -62 | -62 |
- Begroting 2022 RDOG | -57 | -57 | -57 | -57 |
Subtotaal | -1.436 | -1.222 | -1.201 | -1.229 |
5. Stelposten Begroting 2022 | ||||
Stelpost Jeugd effecten inkoopbeleid 2022 | 100 | |||
Stelpost Maatwerkvoorzieningen | 85 | |||
Verlagen onvoorzien naar € 25.000 | 75 | |||
Subsidies | 120 | |||
Actualisatie planning investeringen | 380 | -203 | -145 | -32 |
Actualisatie bouwleges | 100 | |||
Bestaande uitgaven uit andere dekkingsmiddelen | 125 | |||
Subtotaal | 985 | -203 | -145 | -32 |
Stand Begroting 2022-2025 | 26 | -1.295 | -1.584 | -1.342 |
Minus incidentele uitgaven en inkomsten | 349 | 239 | 64 | |
Stand Begroting 2022-2025: structureel evenwicht | 375 | -1.056 | -1.520 | -1.342 |
Ontwikkelingen na de Kadernota 2022-2025
1. Meicirculaire
Bedragen x € 1.000 - = nadeel | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|
1. Meicirculaire 2021 | ||||
Actualisatie meicirculaire conform memo aan raad | 705 | 92 | -56 | -143 |
Uitgaven taakmutaties conform memo aan raad | -269 | -273 | -278 | -288 |
Subtotaal | 436 | -181 | -334 | -431 |
Na de aanbieding van de Kadernota 2022-2025 aan de gemeenteraad, is de Meicirculaire 2021 van de algemene uitkering bekendgemaakt. Dit heeft een positief effect op 2022 (€ 436.000), maar in de jaren erna verslechtert de algemene uitkering tot - € 431.000 in 2025.
2. Extra Rijksmiddelen voor tekorten Jeugd
Bedragen x € 1.000 - = nadeel | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|
2. Extra rijksmiddelen Jeugd | ||||
Extra rijksmiddelen Jeugd 2022 | 1.297 | |||
75% Extra rijkmiddelen Jeugd 2023 en verder | 785 | 719 | 640 | |
Subtotaal | 1.297 | 785 | 719 | 640 |
Rijk en de gemeenten (VNG) hebben in mei 2019 afspraken gemaakt om een onderzoek in te stellen om te bepalen of, en zo ja in welke mate, gemeenten structureel aanvullende extra rijksmiddelen nodig hebben voor de jeugdzorg. Indien het Rijk en gemeenten na dit onderzoek niet tot overeenstemming zouden komen over extra financiering van het Rijk, zou het vraagstuk voorgelegd worden aan een commissie van wijzen (vergelijkbaar met arbitrage). Deze zou een semi-bindend oordeel geven. Deze arbitragecommissie heeft in juni 2021 uitspraak gedaan. Het kabinet volgt de uitspraak van de arbitragecommissie en heeft een toezegging gedaan voor een rijksbijdrage in 2022 van € 1,8 miljard. Het deel voor Lisse bedraagt netto in 2022 € 1,297 miljoen. In de berekening van de extra middelen is rekening gehouden met het bedrag van € 291.000 wat al was opgenomen in de begroting.
Het is nu de verantwoordelijkheid van een nieuw kabinet om te kijken naar de jaren na 2022 en zo tot een structurele oplossing te komen voor de financieringsproblemen rondom de uitvoering van de jeugdhulp. De toezichthouder (Provincie Zuid-Holland) heeft vooruitlopend hierop gemeenten toegestaan om voor de jaren 2023-2025 een stelpost van 75% van de verwachte extra rijksmiddelen op te nemen.
3. Nieuwe voorstellen
Bedragen x € 1.000 - = nadeel | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|
3. Nieuwe voorstellen | ||||
Omgevingswet - incidentele gelden | -40 | |||
Inzet van een POH-jeugd GGZ | -60 | |||
Economische agenda Duin- en Bollenstreek | -100 | PM | PM | PM |
Omgevingsvisie | -80 | |||
Subtotaal | -280 | - | - | - |
Tabel 1: van Kadernota naar Programmabegroting
In de Programmabegroting 2022-2026 doet het college een voorstel voor incidenteel budget voor de verdere implementatie van de Omgevingswet en Omgevingsvisie, een voorstel voor de incidentele inzet van een Praktijk Ondersteuner Huisarts Jeugd, een voorstel voor de incidentele financiering voor de Economische Agenda Duin- en Bollenstreek (EBDB) in 2022. Voor 2023 en verder is de EBDB in de begroting opgenomen als PM-post. Het college zal de raad hierover in de komende periode een voorstel doen.
- Omgevingswet
De invoering van de Omgevingswet staat gepland voor 1 juli 2022. De implementatie loopt vertraging op vanwege het uitstel van de wet en de late oplevering van het DSO (Digitaal Stelsel Omgevingswet). Wij stellen voor het implementatiebudget van het programma incidenteel nog in te zetten in 2022, bijvoorbeeld vanwege het programmamanagement en externe communicatie.
- Structurele inzet van Praktijk Ondersteuner Huisarts Jeugd
Een POH-jeugd GGZ krijgt door een uitgebreidere intake een completer beeld van de hulpvraag en complexiteit van de problematiek en is daardoor beter in staat de juiste hulp in te zetten voor de jeugdige. Soms blijkt doorverwijzing niet nodig, en als dat wel zo is, wordt beter verwezen naar de juiste specialistische hulp (first time right). Resultaat is laagdrempeliger hulp, betere doorverwijzingen en minder inzet van specialistische zorg. Uit de pilot blijkt dat hier wordt voorzien in een grote behoefte. Het college stelt bij de Programmabegroting 2022-2025 voor om een Praktijk Ondersteuner Huisarts (POH) incidenteel in te zetten en te evalueren.
- Economische agenda Duin- en Bollenstreek (EDBD)
De huidige samenwerking in de EDBD loopt af per 31 december 2021. Er is nog geen besluit genomen over de toekomst van de EDBD en de bijbehorende financiële gevolgen. Vooruitlopend op het voorstel wat het college aan de raad zal doen, wordt in de Programmabegroting 2022-2025 een budget opgenomen van € 100.000 ter dekking van de organisatorische kosten van de EDBD.
- Omgevingsvisie
De invoering van de Omgevingswet staat gepland voor 1 juli 2022. Het opstellen van de omgevingsvisie loopt daardoor vertraging op. De incidentele kosten zijn voor de inhuur van een externe projectleider. Daarnaast is er sprake van een hoger uitgevallen aanbesteding door toegenomen vraag naar experts.
4. Actualisatie begroting
Bedragen x € 1.000 - = nadeel | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |||||
4. Actualisatie begroting | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Actualisatie kapitaallasten | -254 | -225 | -335 | -500 | |||||
Memo sociaal domein - mutaties GR-en | |||||||||
- Begroting 2022 Holland Rijnland TWO | -1.063 | -878 | -747 | -610 | |||||
- Begroting 2022 ISD | -62 | -62 | -62 | -62 | |||||
- Begroting 2022 RDOG | -57 | -57 | -57 | -57 | |||||
Subtotaal | -1.436 | -1.222 | -1.201 | -1.229 |
- Actualisatie investeringsplan
Het investeringsplan is op basis van de realisatie bij de Programmarekening 2020 geactualiseerd. Dit heeft geleid tot met name lagere afschrijvingen in 2022, omdat een groot aantal investeringen in 2022 en verder worden gedaan in plaats van in 2021.
- Memo sociaal domein - mutaties GR-en
Het college heeft de raad via een raadsbrief geïnformeerd over de financiële effecten van de aansluitingsverschillen van de GR'en in het sociaal domein en de latere aanlevering van Holland Rijnland TWO begroting 2022. Dit heeft een nadelig financieel effect op de financiële meerjarenbegroting van Lisse. In deze Programmabegroting 2022-2025 is dit verwerkt.
Oplossingsrichtingen Begroting 2022
Bedragen x € 1.000 - = nadeel | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|
5. Oplossingsrichtingen 2022 en verder | ||||
Stelpost Jeugd effecten inkoopbeleid 2022 | 100 | |||
Stelpost Maatwerkvoorzieningen | 85 | |||
Verlagen onvoorzien naar € 25.000 | 75 | |||
Subsidies | 120 | |||
Actualisatie planning investeringen | 380 | -203 | -145 | -32 |
Actualisatie bouwleges | 100 | |||
Bestaande uitgaven uit andere gelden | 125 | |||
Subtotaal | 985 | -203 | -145 | -32 |
- Stelpost Jeugd effecten inkoopbeleid 2022
In de begroting van Holland Rijnland TWO wordt vanaf 2023 rekening gehouden met de effecten van het nieuwe inkoopbeleid jeugd. Dit nieuwe inkoopbeleid is vanaf 1 januari 2022 al van kracht. Door scherp aan de wind te begroten vinden wij het verdedigbaar om de financiële effcten van de nieuwe inkoopafspraken voor een deel al in 2022 via een stelpost van €100.000 in de begroting op te nemen. Dit bedraagt ca. 55% van het voordelige effect wat Holland Rijnland TWO in 2023 heeft opgenomen. In de paragraaf Weerstandsvermogen is rekening gehouden met een kans van 50% dat deze bezuiniging niet gerealiseerd kan worden.
- Stelpost Maatwerkvoorzieningen
Op basis van diverse maatregelen, zoals bijvoorbeeld de inzet van POH Jeugd, is de verwachting dat in 2022 een beperkt effect van gerealiseerd kan worden om de kosten voor de diverse maatwerkvoorzieningen. Het college heeft hiervoor een stelpost opgenomen in 2022 van € 85.000. In de paragraaf Weerstandsvermogen is rekening gehouden met een kans van 50% dat deze bezuiniging niet gerealiseerd kan worden.
- Verlagen post onvoorzien naar €25.000
De verwachting is dat de post onvoorzien in 2022 wederom niet ingezet gaat worden. De post onvoorzien wordt daarom eenmalig verlaagd van € 100.000 naar € 25.000.
- Subsidies
Bij de Programmabegroting 2020 zijn als onderdeel van de bezuinigingen een taakstellende bezuiniging opgenomen oplopend tot 5% van de subsidies. Uit 2020 en 2021 blijkt de bezuiniging tot op heden € 60.000 meer heeft opgebracht dan vooraf ingeschat. Bij de subsidieverlening voor 2022 is de verwachting dat er nog eens € 60.000 incidenteel bezuinigd kan worden door instellingen met een hoog eigen vermogen minder subsidie te verstrekken. De verwachting is dat dit niet tot extra problemen bij de desbetreffende organisaties gaat leiden.
- Actualisatie planning investeringen
Naast de actualisatie op basis van de realisatie van de Programmarekening 2021 heeft een tweede actualisatie van de planning van de investeringen plaats gevonden op basis van de stand van zaken, zoals opgenomen in de 2e Tussentijdse rapportage 2021. Een aantal projecten schuiven qua oplevering door in de tijd, waardoor de kapitaallasten in 2022 lager uitvallen. In 2023 en verder zijn deze kapitaallasten zichtbaar.
- Actualisatie bouwleges
Als gevolg van de huidige verwachting bouwleges voor 2022 met diverse projecten is het de verwachting dat de opbrengsten € 100.000 hoger uit zullen vallen dan tot op heden begroot is.
- Bestaande uitgaven uit andere gelden
Binnen bestaande en nieuwe subsidies en middelen van het Rijk is bekeken of huidige uitgaven binnen de reikwijdte van deze regelingen vallen. Geconcludeerd is dat € 25.000 voor het versterken van de peuteropvang passen binnen het Onderwijsachterstandenbeleid (OAB) en de verwachting is dat activiteiten in het kader van opgelopen achterstanden bij jeugdigen zoveel mogelijk inlopen binnen het budget Nationaal Programma Onderwijs (NPO) gefinancierd kan worden. Hierdoor ontstaat een positief effect van € 100.000.
Stand Programmabegroting 2022-2025:
Bedragen x € 1.000 - = nadeel | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|
Stand Programmabegroting 2022-2025 | 26 | -1.295 | -1.584 | -1.342 |
Het financiële meerjarenperspectief is voor 2022 omgebogen naar een licht positief resultaat van € 26.000. Het financiële meerjarenperspectief vanaf 2023 laat een oplopend tekort zien tot een bedrag van ongeveer € 1,3 miljoen negatief. In 2024 is het verwachte tekort groter, nl. € 1,5 miljoen.
Stand Begroting 2022-2025: Structureel evenwicht 2022-2025
Bedragen x € 1.000 - = nadeel | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Minus incidentele uitgaven en inkomsten | 349 | 239 | 64 | |||||
Stand Begroting 2022-2025: structureel evenwicht | 375 | -1.056 | -1.520 | -1.342 |
Door het begrotingssaldo 2022 -2025 te salderen met de incidentele uitgaven en inkomsten wordt het structurele financiële meerjarenperspectief 2022-2025 berekend. Hieruit kunnen wij concluderen dat het jaar 2022 structureel en materieel in evenwicht is. We voldoen hiermee aan het Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader (GTK 2020 Gemeenten) van de provincie voor repressief (achteraf) toezicht.
Vanaf 2023 zien we een negatief financieel meerjarenperspectief. Daarnaast zijn er nieuwe ontwikkelingen in de herverdeling van het gemeentefonds. Dit is een voorstel van het Rijk, waarbij vanaf 2023 het totale gemeentefonds (€ 30 miljard) wordt herverdeeld over de gemeenten. Waar het effect voor Lisse eerder nog positief was, laat het vernieuwde voorstel een op dit moment een negatief effect zien.
Naast de onzekerheid over de gemeentelijke inkomsten bestaat er ook nog veel onzekerheid over de ontwikkeling van uitgaven inzake de Omgevingswet en de uitgaven in het sociaal domein.
In maart 2022 zijn de gemeenteraadsverkiezingen, waarna een nieuwe raad en een college zal worden samengesteld. Het huidige college wil de komende maanden een overzicht opstellen met mogelijkheden waar uitgaven verminderd kunnen worden en waar extra inkomsten kunnen worden gegenereerd. Dit overzicht zal tegelijk gereed zin met de met de strategische verkenningen die door HLTsamen worden opgesteld. Beide producten zijn daarmee input voor de coalitieonderhandelingen.
Bedragen x € 1.000
Programma | Lasten | Baten | Saldo |
---|---|---|---|
1. Vitaliteit | -28.534 | 4.345 | -24.189 |
2. Leefomgeving | -14.655 | 7.451 | -7.204 |
3. Bedrijvigheid | -2.221 | 394 | -1.827 |
4. Bestuur en ondersteuning | -2.514 | 455 | -2.058 |
Algemene dekkingsmiddelen | -7.538 | 40.768 | 33.230 |
Saldo van baten en lasten | -55.462 | 53.413 | -2.048 |
Mutaties reserves | -2.457 | 4.524 | 2.067 |
Totaal | -57.922 | 57.939 | 17 |